Verschillen in de uitkeringsfase bij toekomstvoorzieningen

Koen BenderDiversen

Sparen als aanvulling op je pensioen wordt decennialang door de overheid gepromoot. Dat doet de overheid door de belastingplichtige fiscale voordelen te geven. Wat we tevens zien, is dat het aantal producten met fiscaal voordeel de afgelopen jaren drastisch is afgenomen. De lijfrente en de levensloop zijn de nog enige twee overgebleven producten met voordeel. Die laatste verdwijnt overigens per 31 december 2020.

Toch zijn er nog een heleboel oude producten “in omloop”. Wat opvalt is dat de voorwaarden zowel in de opbouw- als in de uitkeringsfase van elkaar verschillen. Het heeft niet zo veel zin om de verschillen in de opbouwfase te bespreken. Immers de meeste producten zijn niet meer te koop. In dit artikel behandelen we de verschillen in de uitkeringsfase van de lijfrente. 

Welke producten kun je in de praktijk tegenkomen?

In onderstaand schema staan de lijfrenteregimes die op u van toepassing kunnen zijn. In de eerste kolom staat het “product”, in de tweede kolom ziet u hoe lang de uitkeringen ten minste moeten duren én wanneer het product op zijn vroegst mag ingaan. In de laatste kolom staat ten slotte aangeven wanneer de uitkeringen uiterlijk moeten ingaan. Dit schema is niet compleet, maar geeft u een goed inzicht in de belangrijkste kenmerken van de lijfrente in de uitkeringsfase.

Wat valt er op?

Wat opvalt is dat er de afgelopen jaren verschillende lijfrentevoorzieningsproducten zijn geweest. De meeste zijn verdwenen. Er bestaat veel overgangsrecht en de beleidsbesluiten en vragen en antwoorden van de Belastingdienst zijn inmiddels talrijk en de voorwaarden in de uitkeringsfase bijna allemaal, soms op detailniveau, anders. De kans op het maken van fouten is daarmee groot. Worden de voorwaarden niet nageleefd? Dan staat daar in de meeste gevallen een sanctie op: namelijk het betalen van revisierente (boete van maximaal 20%). Om te voorkomen dat u een sanctie krijgt opgelegd gaan we de komende tijd dieper in op de materie.