Bye bye Shell, we zien elkaar nog wel

Thijs BaasEconomie, Marktvisie, Nieuws

De keuze van Shell voor een louter Britse toekomst is goed nieuws voor indexbeleggers, zo op het oog. Op de portefeuille van Mercurius heeft het nagenoeg geen effect, maar voor de energietransitie in Nederland is het een flinke streep door de rekening. Ook als voorheen Koninklijke Olie uiteindelijk besluit de AEX te verlaten, is nog maar de vraag of je er iets groeners voor terugkrijgt.

Vanuit Ben van Beurden cs. is de breuk met Nederland niet onlogisch. Beleggers die voornamelijk jagen op maximaal dividend zullen het bedrijf niet zomaar laten vallen. En wat er ook gebeurt, je kunt maar beter de emotie loslaten en de consequenties omarmen. Een vertrek uit de AEX is vooralsnog puur hypothetisch. Shell zal zijn riante aandeel in de Amsterdamse index niet zomaar opgeven. Voor de spreiding op de beurs zou het gunstig zijn, maar de kans dat het gebeurt is niet groot. Toch kun je maar beter alert zijn en er alvast op anticiperen.

Medeaandeelhouders aansporen om mee te stemmen met groene moties, zoals Mark van Baal van Follow This, kán zoden aan de dijk zetten. Maar sinds pensioenfonds ABP in al zijn wijsheid besloot volledig uit Shell te stappen, kunnen de vergroeners onder de aandeelhouders zomaar hun grip op het bedrijf verliezen. Het is immers nog maar de vraag of die ‘ABP-aandelen’ in groene handen terechtkomen. Je zult je pensioen maar bij het ABP hebben ondergebracht; dit soort beleggingsstappen verklaart mede waarom het pensioenfonds zo matig rendeert.

Rendementen

Het is sowieso geen gek idee om de rendementen van verschillende bedrijven over de afgelopen decennia eens scherp onder de loep te nemen. Heeft een aandeel de afgelopen tien jaar überhaupt wel winst gemaakt? Zit het boven de index? Dus eigenlijk: wil je een gouwe ouwe wel koste wat kost in je portefeuille? Verandering van spijs doet eten. Voorkeuren verschuiven, en meestal niet voor niets. Een winkel in kantoorartikelen zal tegenwoordig nauwelijks nog schriften met kolommenbalansen in het assortiment hebben.

Tippex, typlint, 8mm-films, fotorolletjes, carbonpapier, telefooncellen: ze renderen niet meer en ze nemen maar plankruimte in – of schaarse vierkante meters in de openbare ruimte. En zo is het in feite ook met aandelenportefeuilles: tijden veranderen en rendementen laveren mee. Ooit was General Electric het grootste bedrijf ter wereld. Maar de giganten van vroeger zijn niet meer de giganten van nu. Tegenwoordig is het een halfgeleiderfabrikant al Nvidia die met een marktkapitalisatie van $800 miljard op de proppen komt.

Infra-investering

Tussen al het corona- en inflatiegeweld slaagde de Amerikaanse president Joe Biden er zomaar in zijn mega-infra-injectie door het Congres te loodsen. Die drukt flink op de reeds bestaande staatsschuld, maar aan de andere kant: een goede infrastructuur is de allerbelangrijkste aanjager van economische groei. Stel: je zit opeens zonder kabel of glasvezel en al je data wordt weer door oude telefoonlijnen gepropt… je zou toch raar staan te kijken. Het kost je even $1.000 miljard, maar dat verdien je wel weer terug – desnoods leg je wat tolwegen aan.

Van oude rendementen, de dingen die voorbijgaan. De reuzen van voorheen verliezen hun glans en niemand taalt er meer naar. En dat is maar goed ook. Alleen zo komt de broodnodige verandering en innovatie écht van de grond. En Shell? Die redt zich wel. En ABP? Doet niet meer mee – als ze niet oppassen. Je kunt hoog en laag springen, met alle winden meewaaien of juist een eigenzinnige koers uitstippelen, uiteindelijk houd je toch de aandeelhouders over die je verdient.