Hoe wordt de pijn van de chiptekorten verdeeld?

Thijs BaasEconomie, Geen categorie

Alphabet, Microsoft en Apple kwamen afgelopen week met cijfers over het tweede kwartaal. En jawel: er is flink winst gemaakt. Met een omzet van $81 miljard was Apple de absolute topper. Toch biedt de productmix van het miljardenbedrijf niet al te veel houvast voor florissante resultaten in de nabije toekomst.

Photo by Dainis Graveris on Unsplash

Want meer dan Alphabet en Microsoft is Apple afhankelijk van de verkoop van hardware, die op zijn beurt weer staat of valt met de toelevering van chips. Die zijn er te weinig om aan de geëxplodeerde vraag naar iPhones – plus 50% – te blijven voldoen. Zelfs Tim Cook erkent dat er een probleem is met de bevoorrading van chips. Bovendien is Apple relatief afhankelijk van zijn positie in China, waarvan de overheid in een behoorlijk felle strijd is verwikkeld met techbedrijven. Om van de wankele handelsrelatie tussen China en VS nog maar te zwijgen.

Verkoop van iPhones

En dan is er nog de zorg dat de snelle uitrol van 5G heeft geleid tot veel vooruitgeschoven aankopen van iPhones. De vraag is of je die verkoopcijfers in het derde en vierde kwartaal vast kunt houden. De wereld gaat als het goed is steeds meer open en mensen zullen hun opgepotte geld liever besteden aan weekendjes weg en andere zaken waar ze al anderhalf jaar geduldig naar uitkijken. De vraag is daarom: kan Apple de omzet volhouden of heeft het al een hap genomen uit het vierde kwartaal?

Het verklaart in ieder geval de druk op de koers van Apple, terwijl Alphabet optimaal profiteert van de verwachte acceleratie door de verdere heropening van de economie. Voor alle drie de giganten geldt dat de marges uitstekend blijven: de investeringen zijn relatief beperkt en ze trekken allemaal profijt van de economy of scale. The winner takes all en hoe meer volume je draait, hoe hoger je marge wordt.

Koen Bender in de Ochtendspits van BNR Nieuwsradio, met Bas van Werven

Dat winner takes all geldt ook voor de chiptekorten. Die hangen vooral als een molensteen om de nek van autofabrikanten. Een bedrijf als Apple kan het zich makkelijker dan bijvoorbeeld Volkswagen veroorloven om wat meer te betalen voor chips – en zo de relatie met de chipmakers goed te houden. Die zullen immers de chips produceren waar ze de grootste marge op maken en dan trekt de automobielindustrie al gauw aan het kortste eind.